Bedrukt neem ik
de dag ter hand in deze frisse lente.
Er is nog zo
veel missen, waar ik maar niet aan wen.
Van mensen die
ik liefhad, mensen die ik ken.
Steeds sneller
gaan zij heen, gaan zij ons verlaten,
ik had toch nog
zo graag met ze willen praten.
Weemoedig kijk
ik om en blik in het verleden.
De beelden die
ik zie zij worden langzaam vager.
Begrijpen kan ik
niet mijn denken wordt steeds trager.
Voor mij blijft
deze lente fris, totdat, totdat er niets meer is.