Dwingend
genieten gedreven door instinct.
Als een
stervende vogel
die zijn laatste
liedje zingt.
Volgepropt met
niets
een zeepbel spat
in het rond.
Dwaas en melig
staren,
verbazing op je
mond.
Niets te kunnen
denken
je hart een
grote wond.
Illusies al lang
begraven
in een keer
alles kwijt.
Laat mij maar
lekker dwalen,
dwalen door de
tijd.