Stel je toch
eens voor dat ik er niet meer was.
Geen vader en
geen moeder, niets leren in de klas.
Stel je toch
eens voor dat ik er niet zou zijn.
Niet lopen langs
het strand of zitten in de trein.
Stel je toch
eens voor, ik was er niet geweest.
Dan had ik niet
geschreven wat jij hier nu dan leest.