Kon ik mijn
denken nu maar richten
op hetgeen
wat komen zal.
Dat zou mijn
geest heel wat verlichten
en bracht
mij langzaam uit het dal.
Dat ik kon
klimmen tegen bergen
fris, en vol
met goede moed.
Verstarend,
plots beseffend
dat mijn
hart nog bloedt.
Omdat die
gedachten aan die daad voor
mij betekent
dat ik jou achterlaat.